Gedragscode grensoverschrijdend gedrag

1. Inleiding

Grensoverschrijdend gedrag (GOG) is een fenomeen dat in alle sectoren voorkomt waar een gezags- of machtsrelatie speelt. Er bestaan geen oplossingen die GOG altijd en overal kunnen vermijden. Als jeugdorganisatie ziet Jeugdtheater Ondersteboven vzw (JTO) zich verplicht om hierrond ook een gedragscode op te stellen, opdat wij op een gepaste manier kunnen reageren.

2. Wat is een gedragscode?

Een gedragscode is een bundeling van afspraken, richtlijnen of regels met betrekking tot wenselijke gedragingen of omgangsvormen.

Deze gedragscode is specifiek voor alle partijen binnen JTO (leerlingen, docenten en medewerkers), en is gekend bij alle medewerkers. Van de leerlingen en werknemers verwacht JTO dat zij deze ondertekenen.

3. Wat is grensoverschrijdend gedrag?

GOG is gedrag waarbij iemand grenzen, regels of waarden overschrijdt – of daarmee dreigt – met materiële, lichamelijke of psychische schade voor anderen of zichzelf tot gevolg. De persoon is zich niet per se bewust van de gevolgen en effecten van zijn/haar/hun gedrag.
Er zijn verschillende soorten GOG: verbaal, psychisch, fysiek, materieel, seksueel, … Niet elke vorm van GOG is strafbaar, maar dat betekent niet dat het toelaatbaar is.
Voorbeelden van GOG zijn: seksueel GOG, pesten, discriminatie, sexting, fysiek of mentaal geweld, stalking, fysieke of mentale bedreigingen, kindermishandeling, …
Men spreekt van GOG als er (persoonlijke) grenzen worden overschreden. Dit kan gebeuren tussen mensen in alle mogelijke relaties.

 

3.1 Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Voor situaties van seksueel GOG hanteert JTO de volgende definitie (van Sensoa):
Elke vorm van seksueel gedrag van of ten aanzien van een kind in verbale, non-verbale of fysieke zin, al dan niet opzettelijk, waarbij het seksueel gedrag niet voldoet aan een of meerdere van de zes criteria uit het Vlaggensysteem van Sensoa:
1. Wederzijdse toestemming: Gaan alle betrokkenen akkoord en voelen zij zich er prettig bij?
2. Vrijwilligheid: Is er geen sprake van beloning, manipulatie, druk of dwang?
3. Gelijkwaardigheid: Zijn de betrokkenen gelijkwaardig op het vlak van leeftijd, intelligentie, macht en maturiteit?
4. Ontwikkeling: Is het gedrag typisch en aanvaardbaar voor de ontwikkelingsfase?
5. Context: Houdt het gedrag rekening met de omgeving en stoort het niemand?
6. Zelfrespect: Veroorzaakt het gedrag geen fysieke, emotionele of psychische schade bij de persoon zelf?

Aan de hand van deze 6 criteria kunnen wij seksueel gedrag indelen in 4 categorieën, aangeduid met verschillende kleuren vlaggen.
● Groene vlag: aanvaardbare seksuele situatie.
● Gele vlag: licht grensoverschrijdende seksuele situatie.
● Rode vlag: ernstig grensoverschrijdende seksuele situatie.
● Zwarte vlag: zwaar grensoverschrijdende seksuele situatie.
Het Vlaggensysteem helpt om tot een goed overwogen reactie te komen na het toepassen van 6 criteria op een concrete situatie. Dat geeft tegenwicht tegen emotioneel of paniekerig reageren, of tegen onverschilligheid.

4. Het beleid

“JTO, daar voel ik me thuis.”
Vanuit deze zin vertrekt het beleid van JTO. Concreet houdt dit in:
1) Bij JTO is iedereen welkom.
2) Bij JTO huist er vertrouwen: elke leerling/docent/medewerker kan rekenen op volledige discretie om problemen te bespreken.
3) Bij JTO is er een nultolerantie ten aanzien van elke vorm van GOG.
4) JTO is laagdrempelig: elke leerling/docent/medewerker weet bij wie hij/zij/hen terecht kan.
5) JTO is herstelbevorderend: ons beleid focust op hulp bieden aan iedereen die fouten wil erkennen.
6) JTO is duurzaam: voorvallen worden aangegrepen om gelijkaardige situaties in de toekomst zoveel mogelijk te vermijden.

5. Preventie

Zoals het beleid zegt, gaat JTO voor een duurzame aanpak. JTO zet in op een veilige, vertrouwde omgeving met een duidelijk aanspreekpunt: de docenten. Indien de docenten aanspreken niet mogelijk of wenselijk is, kunnen de leerlingen/medewerkers ook terecht bij de API.

5.1 Aanspreekpunt integriteit

Sinds 2018 heeft elke jeugdorganisatie een Aanspreekpunt Integriteit (API). Zo ook JTO. De Vlaamse overheid vraagt immers aan alle organisaties die met kinderen en jongeren werken om zo’n aanspreekpunt aan te duiden. Dit naar aanleiding van het Vlaams Actieplan Integriteit.

5.1.1 Wie?

JTO stelde Taja Boudry aan als API. Zij volgde hiervoor de nodige cursus en maakte samen met het Bestuursorgaan van JTO de gedragscode en het beleid rond GOG op.
Je kan Taja bereiken op alle manieren die je zelf ziet zitten:
● Via een docent die je vertrouwt
● Via Facebook
● Via mail en telefoon (enkel op de posters in JTO beschikbaar)
● Via de website (zie knop onderaan).

5.1.2 Discretieplicht

De API heeft geen beroepsgeheim, maar wel discretieplicht. Dit wil zeggen dat hij/zij/hen de vertrouwelijke informatie niet moedwillig misbruikt of doorgeeft aan derden. De API geeft enkel de noodzakelijke informatie door aan de verantwoordelijken of betrokkenen.

5.1.3 Meldingsplicht

Dit is een plicht van elke burger. Als blijkt dat het vermoeden groot genoeg is om aan te nemen dat een kind of jongere onrecht wordt aangedaan of in nood verkeert , heb je als burger de plicht om dit door te geven.
Als de API getuige is van een misdrijf, moet deze dat melden. Als de API dat niet doet, pleegt hij/zij/hen schuldig verzuim. Dit betekent niet dat er meteen wordt gebeld naar de politie. JTO moet als organisatie echter kunnen aantonen dat het er alles aan gedaan heeft om de persoon in nood te helpen, door zelf hulp te bieden of door de hulp van anderen in te schakelen.

5.2 Preventieve maatregelen

Door in te zetten op preventieve maatregelen kan JTO veel gevallen van GOG vermijden. JTO zet in op de volgende maatregelen:
● De persoonlijke aanpak: JTO zet in op het elkaar leren kennen. Zowel onder de leerlingen zelf als in de docent/leerling relatie.
● Bespreekbaarheid: JTO houdt het thema bespreekbaar door het in de lessen in het begin van het schooljaar te benoemen: in JTO heerst een nultolerantie t.a.v. GOG, wat is GOG, bij wie kunnen ze terecht, wie is de API. Ook aan het begin van de stages en zomerkampen wordt dit benoemd.
● In de gebouwen van JTO wordt het bestaan van de API ook zichtbaar gemaakt door middel van posters
● Gedragscode= In het begin van het schooljaar laat JTO de leerlingen en docenten een gedragscode lezen en ondertekenen. (Zie PDF via de knop onderaan.)
● Contact met gespecialiseerde organisaties: JTO onderhoudt contacten met de Ambrassade en andere gespecialiseerde organisaties (contactgegevens up to date houden, preventieve acties samen uitwerken, …).